De vaart zit erin
Dat kunnen we wel stellen. Wint onze eerste de eerste wedstrijd tegen ’t Paardje met 7 tegen 1, het avondteam maakte gehakt van De Baronie A, altijd een beetje een angstgegner voor Waalwijk, met 3,5 – tegen 0,5. Voor wat de speelsterkte betreft was dit resultaat allerminst te verwachten. De individuele speelsterktes ontliepen elkaar geen honderden ELO punten en op papier was de gemiddelde sterkte van De Baronie een dikke 10 ELO punten hoger dan die van Waalwijk.
Op bord één speelde de clubkampioen die de zenuwen van onze teamleider tartte door vrij laat te verschijnen. Ad was als eerste klaar en sleepte een niet onverdienstelijk halfje binnen gezien het verloop van de partij. Althans, voor zover ik het kon beoordelen. Het was wit die het initiatief had en Ad stond nogal gedrongen.
Bord twee, Stan Heijmans, is min of meer een verhaal apart. Daar zat ik dus naast, op bord drie, en kon de partij een beetje volgen. In eerste instantie leek er mij weinig aan de hand, maar ik kan mij natuurlijk vergissen. Toen ik rond een uur of halfelf of daaromtrent naar het bord keek bleek Stan een kwaliteit (of was het een toren?, ik weet het niet meer) achter te staan met een minimum aan compensatie, zo er al van compensatie sprake was. Misschien was die te zoeken in dat Stan een paard had dat met een schuin oog naar de koning keek. Dat paard wist uiteindelijk wel de kwaliteit (of was het een toren?, ik weet het niet meer) terug te winnen waarna Stan toch mooi een pion meer had.
En even later gaf de tegenstander van Stan op omdat zijn koning in een matnet verzeild leek te zijn geraakt. Leek, ja leek, want op het moment van opgeven kon zwart met een werkelijk magistrale zet de veilige remise haven binnenvaren. Er moet gezegd, het was geen eenvoudige zet. Er zullen eindspelstudies komen waar deze zet de sleutelzet wordt en die eindspelstudies zullen prijzen winnen, vooral eerste prijzen. Niet alleen heeft Stan zijn tegenstander de remise gemist maar ook nog eens de eeuwige roem in eindspelland. Maar het moet gezegd, de zet was niet eenvoudig te vinden.
N.B. de oplossing wordt een weekje opgeschort want deze stelling is ook de puzzel voor komende week.
Op bord drie nam ik de honneurs waar. Voor het eerst sinds dit door omstandigheden en een verdiende, al zeg ik het zelf, vakantie mogelijk was. Je kunt dus niet zeggen dat ik niet uitgerust was. Mijn tegenstander zette de partij nogal passief op en vanuit de opening kreeg ik een kleine plus die eigenlijk nooit verdwenen is. Die plus culmineerde in een halfopen H-lijn gevolgd door een open H-lijn waarna de partij beslist werd door mijn tegenstander te H-lijnen wat een stuk en daarmee de partij opleverde.
Teamleider Hans Sinnige had zichzelf op het vierde bord geplaatst. Daar verscheen een Siciliaanse Draak op het bord. Volgens mij een opening die je niet zo vaak meer ziet en waarvan Fischer ooit gezegd heeft dat je met wit een pion op h5 moet offeren om daarna in de aanval te winnen. Zo ging het niet helemaal in de zin van dat er een pion op h5 geofferd werd. Bij de kenners onder ons is het bekend dat de Draak een ingewikkelde opening is en dat zwart vaak een kwaliteit op c3 moet geven om de aanval te krijgen. Dat gebeurde net zomin als het pionoffer op h5. Beide spelers mistte een paar keer de beste voortzetting en zwart deed dat als laatste waarna wit bekwaam het karwei afmaakte.
Als we dit tempo vol weten te houden dan gaat het dit seizoen helemaal goed komen. Joost Duquesnoy
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!