Verlies-Ontkenning?
Joost , net terug van vakantie, komt de speelzaal binnen. Dus ik zeg: ‘Joost is er weer’, waarop Joost zegt: ik was er verleden week ook al. En ik: ‘Alweer is Joost er weer’.
Vroeger (echt, vroeger) was ik nog veel bijdehanter. Heb ik afgeleerd toen ik een jaar of 22/23 was. Toentertijd was ik een werkelijk prachtige langharige blondin (vermannelijking van blondine!) en kreeg vooral als men mij slechts van achter bezag, nogal wat verkeerde aandacht. Eens, al kroeglopend in de binnenstad van Enschede, werd ik aldus gegrepen door een stoere dude, die mij om mijn nek houtgreepte en richting grond dwong. ‘Jij moet naar de kapper’ schreeuwde hij in mijn oor, al indruk makend op zijn (ook vrouwelijke) metgezellen. ‘Dat kan niet als je mij vasthoudt’ repliceerde ik snel als ik toen nog was. Mijn loon voor deze bijdehandheid waren een aantal stevige klappen ende schoppen. Toen mijn wat traag reagerende maten zich omdraaiden en plannen begon te maken mij te ontzetten vluchtten de stoere dudes natuurlijk snel.
Waarmee ik maar zeggen wil, soms is bijdehand zijn niet slim.
Joost, daarentegen, is wel degelijk slim. Ben bang dat dit verslag behoorlijk veel om hem draait. Laat mij U zijn slimheid illustreren. Joost zijn tegenstander bestelt spa rood (of blauw daar wil ik vanaf wezen). Joost haalt spa blauw (of rood, ik wet het niet meer, maar in ieder geval het ander dan wat bestelt was). Oh sorry, zegt Joost, door zijn tegenstander op deze fout gewezen. En begint minutenlang uit te leggen hoe het komt dat hij deze fout maakt . ALLES IN DE TIJD VAN ZIJN TEGENSTANDER. Snappu ? Slim hoor……. maar niet slim genoeg. Hij werd lustigjes van het bord gemept. Daarover vanzelfsprekend later veel meer.
Zelfs was ik vrij. Huh? Ja, we hadden wederom 9 spelers en ik vond het nodig mijzelf vrij te geven. Hier past wel enig relativiteitszin. Al vrij zijnde had ik het best wel druk. Ten eerste was ik scheidsrechter. Das een lastige rol. Wat te doen als een medespeler van onze tegenstander mij erop wijst dat de klok van een van de borden (met een van zijn teamleden aan zet) niet loopt. Sportief, natuurlijk, dat wel. Maar wat te doen? Na ampele overweging besloot ik ze er gewoon erop te wijzen en al snel werd in sportieve vrede besloten dat de klok weer draaiend gemaakt moest worden en door maar weer… Kijk, zo kan je ook problemen oplossen.
Ten tweede was ik als teamleider verantwoordelijk voor de tafelschikking. Dat viel nog niet mee. We speelden namelijk in de danszaal. Een benaming die behoorlijk wat (schakers-vreemde) associaties opriep. Het belangrijkste van een danszaal is dat er geen tafels noch stoelen staan teneinde het dansen fysiek niet te belemmeren. Maar schakers zijn geen dansers (nee, dat behoeft geen betoog, dat weten we allemaal wel) dus moesten er 14 (2 potjes vooruit gespeeld) tafels en een dubbel aantal stoelen de danszaal ingesjouwd worden. Dat is een behoorlijke hoeveelheid. Alwaar ik dat de wedstrijd vooraf grotendeels alleen deed (natuurlijk deed Sander mee en waren de vroeg aangekomen Roozendalen bereid mee te doen) was er de wedstrijd achteraf voldoende hulp. Veel handen en dus licht werk. Nochtans blijken er altijd mensen te zijn die even NIET meedoen. Vind dat moeilijk te begrijpen. Zoveel pijn doet dat niet, zo’n tafel of 2 stoelen versjouwen.
We hadden grote (rechthoekig) en kleine (trapezium) tafels. Daar nog wel even over nagedacht. Wie welke. Normaal gun je je gasten de grote, maar die gedachte helpt hier niet. Het eerste de grote en het tweede de kleine? In principe een goede benadering maar staat wel borg voor gezeur ende gezeik. Voor je het weet word je van discriminatie beschuldigd (je mag niet op ras of geloof discrimineren. Maar misschien wel op schaakkwaliteiten? Ja, volgens mij mag dat best. De betere in het eerste en de mindere in het tweede. Is volledig legaal ende geaccepteerd). De grote schakers de grote tafel en de kleine de kleine. De grootste het dichtste bij (vanwege gewicht) en de kleine achterin? Ik kwam er niet uit. Uiteindelijk Random gedaan. Blijkt Joost (die vanwege veel van hierboven beschreven argumenten natuurlijk recht had op de allergrootste!! Overigens, dit gezegd hebbende kan ik mij niet aan de indruk onttrekken (ja, echt, dat is met dubbel-t!) dat hij nogal wat kwijt raakt. Zijn veelbeschreven voorkant slinkt tot nagenoeg normale proporties. Is dit het gevolg van een bewust nastreven of slechts toeval) de enige uit het eerste te zijn die aan een kleine tafel zit. Ja, dan krijg je natuurlijk weer klachten . Pfffffffff
Hetgeen een mij tot een belangrijk levensfilosofie brengt. Is het in het leven niet de opdracht de andere een beetje te helpen. Met name de zwakken/armen dienen toch een beetje geholpen te worden, niet? Mijn (behoorlijke) levenservaring is, dat dit normaal te vanzelfsprekend is om te benoemen. Maar ik kan U ook (uit eigen ervaring) melden dat als de rijken/sterken niet dmv regels gedwongen worden die armen/zwakkeren te helpen, dat ze het dan mooi niet doen. Zonder een progressief belastingstelsel (hoe meer inkomen, hoe hoger de belastingdruk) zouden de rijken echt grotendeels niet meer betalen dan de armen. En waar dit voor individuen al geldt is dit nog sterker voor het bedrijfsleven. Daar geldt heel eenvoudig: Hoe Meer Hoe Nog Beter. Er moeten regels zijn die bedrijven dwingen zich fatsoenlijk te gedragen. Anders gaan gewoon voor eigengewin. ALTIJD. OVERAL zijn natuurlijk uitzonderingen, maar dat zijn dan ook uitzonderingen. We hebben dus regels/wetten nodig. Ten eerste vanwege praktisch gemak (het zou wat worden als iedereen zelf besloot of hij links danwel rechts rijdt, toch?), en ten tweede vanwege bovenstaand egoïsme.
Een overheid voorzien van handhaafbare regels is dus absoluut noodzakelijk. En natuurlijk hebben we niet meer regels nodig dan we nodig hebben. En natuurlijk, er zijn er te veel. Maar zonder, dat gaat hem niet worden. U hoort, ik stem iets links uit het midden
Nog even over asielzoekers (ik wil het niet meteen over het circa 10x zo grote aantal arbeidsmigranten hebben, waarover namelijk, niemand het heeft). Natuurlijk hebben we het liefst dat ze niet komen. Dat ze niet willen komen. Dat ze überhaupt niet hoeven te komen. En dat kan. Door ervoor te zorgen dat ze het waar ze zijn, ook goed hebben. Niet onveilig zijn. Normaal te eten (en te drinken!) hebben. Dat lijkt mij de uitdaging. Laten we ervoor zorgen dat het overal veilig is. En de welvaart een beetje verdelen. Ik denk toch dat het voor iedereen geldt, dat als hij zijn kinderen ziet omkomen van de honger (omdat hij ze geen eten kan veroorloven) terwijl de buren uit pure welvaart en rijkdom elke dag halve biefstukken de afvalbak in gooien. Dat iedereen toch verhaal gaat halen. Echt, als het welvaartsverschil te groot is dan komen er spanningen ende problemen.
Als schakers, en al schakend, kan je dit soort thema’s natuurlijk negeren. In de partij is er slechts de partij. Volle focus, concentratie. Foutjes zijn dodelijk. Al die wereldproblemen lossen we gewoon op door te doen alsof ze niet bestaan. En terecht, want als je zit te schaken bestaat er helemaal niets anders. OK. Genoeg hierover. We gaan het maar eens over schaken hebben.
Joost-Pion. Zwart aan zet
Joost speelde een systeem dat hij goed kent. En veel speelt. In onderstaande stelling besloot hij om redenen die niemand (hemzelf incluis) begrijpt NIET af te ruilen op d4. Terwijl dit in getoond systeem een basisbenadering is. Het ruilen op d4 is strategisch absoluut een keertje nodig. En hier al helemaal. U snapt, de prijs voor deze fout was hoog. Al snel gaf hij op.
Nico (ik wist donderdagavond een twijfelachtig torenoffer mijnerzijds nog netjes naar remise te loodsen) speelde uitstekend. Dat deed hij verleden externe (Tegen de Madense Paarden) ook al, hetgeen ik toen vergat te vermelden. Hier dus maar dubbele aandacht. Zijn tegenstander viel aan
In getoonde stelling lijkt dat ook wel zo, maar Nico zijn Pe4 (Mooi hoor, zo’n zet. Nico’s tegenstander moest achteraf toegeven dat hij hem gemist had!) gevolgd door Dame slaat loper en gaat op d5 (met schaak) gewoon g2 staan dekken!! Verdedigt alles. En sterker nog, zwarts stukken staan niet waar je ze nodig hebt. Nico won alrap.
Even een zijstap. Heb inmiddels (zoals toegezegd) Solvej’s 2de deel uit. Over het berekenen van ruimte enzo. Toch wel grappig dat we nu 2 boeken verder zijn (nog 3 te gaan….) en het nog steeds niet over het berekenen van ruimte hebben. Net zoals we in dit verslag na 2 pagina’s nog maar weinig woorden over schaken geschreven hebben. Boeiend edoch irrelevant. Solvej’s 2de deel behandelt een heel andere thematiek. Wat als de tijd kapot is (?!) en je dientengevolge dezelfde dag steeds weer herbeleeft. Uiterste praktisch relevante problemen, ik hoor het U denken. Wat dan als je toch behoefte hebt aan enig seizoenseffect. Ja, dat zouden idd mijn eerste behoeften ook wel ongeveer niet zijn (ik hoor het U echt allemaal denken). Maar toch, wat doe je dan? Dit lijkt een beetje op schaken (maar is het natuurlijk helemaal niet). Het oplossen van moeilijke problemen, die als je de oplossing eenmaal kent, belachelijk simpel bleken te zijn. Met schaken snap ik echt alle oplossingen van puzzels. Dit gezegd hebbende, ben ik nu met Nolan bezig stap 6 te doen. Hoofdstukken over strategie blijken aanleiding te geven tot belangrijke meningsverschillen. Alwaar het boek (en dus de waarheid) in een situatie waarin we mogen kiezen met welke pion we terugslaan, optie a kiest, blijk ik (en gelukkig ook Nolan) zelfs na lezing van de oplossing, ijskoud optie b te prefereren. Wat nu? Ik zie het anders. Ik ben het er gewoonweg niet mee eens. Mag dat? (de belangrijke vraag die in een veelbekeken kinderprogramma gesteld werd toen het ging over het poepen in bad!!) . Of ben ik strategisch niet voldoende onderlegd? Hmmmmmmm
Solvej (oh ja, daar hadden we het over) besluit te gaan reizen. En wel zodanig dat ze het kouder op zoekt als de winter naakt (danwel hoort te naken!) en zo verder. Ze reist de seizoenen bij elkaar. Ja, dat kan wel werken, denk je dan. En nu? Wat nu? De cliffhanger: aan het eind van deel 2 suggereert Solvej dat er meerderen zijn die op dezelfde dag vast zitten. (Kent U de reeks van Gabaldon, waarin iemand terug in de tijd gerezen is. En aldaar iemand anders tegenkomt die hetzelfde doormaakt? Goeie serie van gemaakt ook nog). Ja, dit opent natuurlijk een variantenwaaier waar wij als schakers wel weg mee weten. En idd, het is dramatisch onbelangrijk en oninteressant voor diegene die dit soort problemen niet zo aanspreken. Net als met schaken.
Wilbert!. We moeten het over Wilbert hebben. Kijk, iedereen weet dat spelers als Feike (weet van zijn partij weinig meer, behalve dat er weinig gebeurde en eindigde ongeveer waar het begon; in gelijke stelling) en ook Sander (Sander zijn voorliefde voor pionneneindspellen komt vanuit zijn dam-achtergrond. Echt, dit kan hij bijzonder goed. Jammer genoeg is het remisepercentage daarin erg groot. Zo ook bij Sander) vaak (en misschien zelfs graag) remises spelen. Risico-mijdend? Voorzichtig? Behoudend? Schijterig? u kiest zelf maar uit hetgeen volgens U het meest van toepassing is. Kunnen zelfs tegen toptegenstanders remise houden, maar hebben moeite te winnen van beduidend minderen. Anderen (ik reken mijzelf daaronder) verliezen geheid van sterkeren, maar winnen evenzo geheid van zwakkeren. Opstellingstrategie is dus belangrijk. Zet de remisekoningen tegen hun toppers en , zet de winnaars tegen hun onderkant. Maar waar zitten die? Zitten ze normaal, of zitten ze andersom. Je weet het niet ende nooit. Wilbert had nu een extra dimensie. Zware tijdnood des (2de naamval) tegenstanders. Dit is lastig. Slechter speel ik zelden alsdan in gewonnen stelling en tijdnood van de tegenstander. Dweil mij dan maar op. Kenners zeggen: Doe een onverwachte zet die tevens goed is. Ja, das logisch. Maar dat nastreef ik altijd. Ook als de tegenstander niet in tijdnood zit. Iets wat je altijd doet, daar hoef je niet op gewezen te worden, dus die tip is waardeloos. Van Wilbert krijg ik een betere. Doe gewoon net alsof het niet zo is (Mijn KNO-arts gaf mij hetzelfde advies toen ik hem vanwege oorsuizen bezocht; niets aan te doen, gewoon doen alsof het niet zo is. Een werkelijk schokkend belangrijk levensadvies. De hoeveelheid problemen die je kunt oplossen door gewoon te doen alsof het niet bestaat, is kolossaal. Met deze methode bewapend kan ik wel wat Nobel-prijzen ophalen. Echt, ik overweeg een Nobel-prijs_kast aan te schaffen)
In bovenstaand dus het remise-aanbod gekregen. Wat te doen. Ziet er eng uit. Slaan op c3. Dame naar f4. Aanval, eeuwig schaak. Hmmmmmm
U begrijpt. Wilbert pastte zijn eigen adviezen toe. Dacht erg lang na en accepteerde het remise-voorstel . Voor U hem daarop aanspreekt wil ik wel graag geschreven hebben dat eea in overleg gebeurde. Dit is bij ons bepaaldelijk niet gebruikelijk. Menigeen remiseert (of geeft zelfs op) onder toestemming van teamleider te vragen. Wilbert had daarentegen uiterst correct toestemming gevraagd ende gekregen. Dus past slechts tevredenheid met dit resultaat. Maar natuurlijk (makkelijk gezegd, ondersteund door software en enige dagen tijd) ziet Wilbert ook zelf achteraf wel dat zwart met d5 (na, Df4 of zelfs onmiddellijk) gewoon een uitstekende (misschien zelfs gewonnen) positie heeft. Maar d5 ligt niet voor de hand. En het remiseaanbod ligt wel voor de hand. Kortom, achteraf is makkelijk ende telt niet.
Stan remiseert zelden. Zijn stijl staat dat niet toe. Alles danwel niets. Nu niets. Nu moet ik zeggen dat zijn tegenstander gewoon erg goed speelde. Greep Stan bij de strot en liet niet meer los. Amerikaanse Pitbull of zo. En Stan kronkelen en proberen en nogmaals proberen. Zelfs proberen te doen of het niet zo was hielp niet. En pas toen de tegenstander losliet en Stans loper vrijkwam bleek het (hoe voorspelbaar!) te laat. Nog grotere problemen bleken niet te voorkomen.
OK ik laat het hierbij.
We hebben dus verloren. Beetje pech misschien. Aantal borden net remise gehouden. Maar eerlijk is het langst, zij speelden gewoon erg goed. En hebben het ook echt verdiend. Ik kan wel doen alsof het niet zo is, maar je kunt niet alles weg-ontkennen.
En daarnaast speelde ik niet mee. Kijk, ik ga natuurlijk niet suggereren dat hier een causaal verband bestaat. Maar zelfs door dat (natuurlijk) niet te suggereren, suggereer je dat. Toch? We zullen volgende ronde zien of dit ergens op slaat.
Tot dan: Hans Sinnige



